Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Wetenschap en geloof 1 en 2. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Wetenschap en geloof 1 en 2. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 15 mei 2015

Wetenschap en geloof 3


In het RD van 09-05-15, achter de betaalmuur, stond een artikel van ds. M. Klaassen dat gelukkig ook op zijn weblog staat. Dat gaat weer verder door op de artikelen van ds. A.J. Mensink en prof. G. van den Brink in Kontekstueel en Waarheidsvriend: Wetenschap en geloof 1 en 2
In het artikel beschrijft hij zes dilemma’s waar gelovigen tegen aanlopen wanneer ze de evolutietheorie aanhangen. Terwijl ik ze las borrelde er al van alles in mij naar boven en daarom probeer ik ze hier te overdenken.

ds. M. Klaassen:

1. Een Adam die voorafgegaan is door een lange keten van mensachtige voorouders is moeilijk verenigbaar met het verslag van de directe schepping van de eerste mensen door God, zoals vermeld in Genesis. Adam is dan niet uit het stof der aarde geschapen, maar had gewoon twee ouders, net zoals Eva, die dan dus ook niet uit zijn rib geschapen is.

2. Verder: wanneer Adam een van de mensachtigen is die God op een bepaald moment gekozen heeft om Zijn beeld te dragen –een gedachte die veel theïstische evolutionisten aanhangen– dringt de vraag zich op wat dan de status is van de voorouders van deze ‘Adam’.

3. Een derde punt: volgens de huidige paleoantropologie is er niet één Adam geweest, maar heel veel Adams. Dat betekent dat de huidige populatie mensen nooit allemaal van Adam afstamt. Dat staat op gespannen voet met Paulus’ bewering dat God uit ‘één bloed het hele menselijke geslacht’ voortgebracht heeft (Hand. 17: 26).

4. Dat heeft uiteraard weer de nodige consequenties voor de visie op de erfzonde. Hoezo zou ik delen in de erfzonde van iemand van wie ik niet eens afstam?

5. Een vijfde fundamenteel gegeven: de aanname dat voor ´Adam´ de dood al eeuwenlang in de wereld was, laat zich moeilijk rijmen met Paulus’ bewering dat de dood ‘door één mens in de wereld gekomen is’: namelijk Adam (Rom. 5: 12).

6. Ten slotte: het betekent ook een reductie van de gevolgen van de val: ziekte, pijn en lijden zijn geen gevolg van de val, maar inherent aan de schepping. Dat staat op gespannen voet met Paulus’ bewering dat de schepping aan de zinloosheid onderworpen is, niet vrijwillig, maar als gevolg van hem, lees: Adam, die hem daaraan onderworpen heeft (Rom. 8: 20).

Mijn gedachten:

Ad 1. Adam als stoffelijk mens staat tegenover de Adam als geestelijk wezen. Die tweeslag vinden we de hele Bijbel door. Adam staat voor ‘mens’ want vrouwen zijn net zo goed stoffelijk en daarbij denk ik dat die rib de verbeelding is van het niet compleet zijn van de man.

Ad 2. Dat Adam bijzonder en naar Gods beeld is, is denk ik nog steeds naar aanleiding van Gen. 2: 7 wat voor mij een cruciale tekst is.
Niet letterlijk, maar om de belangrijkheid van deze, op God gerichte mens te duiden. Een levend wezen. Wat het mogelijke voorgeslacht van Adam betreft: daar hebben wij eigenlijk niets mee te maken. Wat is de status van de Homo Heidelbergensis, van de Neanderthalers? Geen idee. In ieder geval waren deze mensen niet gebonden aan Goddelijke wetten. En wanneer er geen wet is kunnen mensen niet worden veroordeeld volgens Paulus in Rom 5:3.

Ad 3. Dat staat inderdaad op gespannen voet met die tekst, maar klopt wel weer met het verhaal van Kaïn dat niemand hem mag doden en daartoe een teken krijgt. Ook de vrouw van Kain moet ergens vandaan komen (Ik geloof niet in dat ‘zuivere incestverhaal’) evenals de bewoners van ‘zijn’ stad Henoch. Er wordt niet gesproken over een nederzetting o.i.d. maar een stad. Dat impliceert veel mensen.
En waarom was het paradijs een beperkte ruimte? Waartegen moesten Adam en Eva worden beschermd? Kan het niet zo zijn dat je die tekst uit Handelingen moet lezen op een manier dat God de oorsprong is van alle mensen?

Ad 4. Wij, gelovigen op God gericht, stammen als stoffelijke mensen af van de op God gerichte Adam/mens en dus delen we in de erfzonde. Gen 5:1-3 . Adam is geschapen naar het beeld van God en Adams zoon Set is geschapen naar Adam, de gevallen mens.

Ad 5. Dat de dood door één mens in de wereld is gekomen, Adam is al moeilijk letterlijk vol te houden omdat het Eva was die volgens het verhaal als eerste viel. Weer vanwege de tweede Adam wordt de eerste Adam als grootste zondebok gezien. Zo heb je weer die tweeslag. De nadruk moet volgens mij weer komen te liggen op het woord ‘mens’. Dieren zondigen niet.

Ad 6. Die reductie, ja daar geloof ik zonder meer al in. We maken er een te groot drama van. Dat wij het als straf ervaren komt door ons slechte geweten. Het past niet om daarmee te ‘koketteren’. Ik krijg tenminste vaak het gevoel dat dat wordt gedaan, onbewust misschien of aangeleerd. Wanneer je zonden zijn vergeven gaat de prikkel uit de straf/ de dood en is het echt minder erg. Narigheid hoort bij het leven en voor gelovigen zal alles meewerken ten goede. Dat is de troost die erin zit.
Wie is trouwens die ‘hem’ in Rom 8:20? Grammaticaal kan ik dat niet duiden, helaas.

Op de site ‘Geloof en Wetenschap' vond ik een quote van van den Brink die aangeeft waar het nu, ook volgens mij om draait:
‘Evolutie dwingt ons de Bijbel te lezen zoals deze bedoeld is’.
Ik heb al gemerkt dat er een wereld opengaat wanneer je de letterlijkheid van minder waarde acht en je richt op de bedoeling en diepere betekenissen van de teksten.




maandag 30 maart 2015

Wetenschap en geloof 1


Het laait weer op, we gaan het weer hebben over schepping en/of evolutie. Ds. A.J. Mensink heeft naar aanleiding van een artikel in ‘Kontekstueel’ door prof. dr. G. van den Brink de knuppel in het hoenderhok gegooid met een tegenartikel in 'de Waarheidsvriend'
waarop Koert van Bekkum op het theologenblog van het RD reageerde.

Koert tipt iets aan wat mij in de Waarheidsvriend ook opviel:
Ds. Mensink wil een gespreksmodel, maar gooit eigenlijk de deur al dicht door de opmerking dat de ingeslagen weg van van den Brink ‘onbegaanbaar maar ook ontoegankelijk‘ te noemen is.
Dat moet ik toch nog eens aan hem vragen; of hij zich hiervan is bewust en dat zo heeft bedoeld.
Op zichzelf ben ik blij dat hij het (weer) aankaart. De vragen die hij stelt leven bij heel veel mensen en moeten doordacht worden.

Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat er geen kloof is of ontstaat tussen wetenschap en religie. Sommigen doen erg hun best om dat te bewerkstelligen; m.n. diehard atheïsten en religieuze fundamentalisten. Atheïsten omdat ze het geloof willen ondermijnen en veel religieuzen omdat ze bang zijn voor één of ander hellend vlak.
Als gelovigen moeten we dat niet willen; angst is een slechte raadgever.
Is het de angst om het geloof te verliezen? Daar geloof ik niet in. Geloof is van God gegeven en dat neemt Hij niet zomaar van je af. In de ware liefde is geen vrees, dat staat in de ontroerend mooie, eerste brief van Johannes. Een ieder onderzoeke zichzelf.

Zoals in dit blogberichtje al aangegeven: waarom zou een niet letterlijke lezing van de eerste hoofdstukken het gezag van de Bijbel aantasten? Ik begrijp dat nog steeds niet. Het gezag van de Bijbel wordt niet aangetast maar wel het gezag van bepaalde interpretaties.
Iets meen ik wel te begrijpen van de reactie van ds. Mensink: zoals het in verschillende berichten beschreven staat lijkt het alsof van den Brink coûte que coûte de Bijbel wil aanpassen aan het wetenschappelijke model. (Ik heb het ‘Kontekstueel artikel’ nog niet gelezen)
Dat lijkt mij geen goed uitgangspunt.
Waarom zou je twee verschillende ‘ondernemingen’ aan elkaar willen aanpassen?
Laat ze ieder in hun eigen waarde. Niet tegenover elkaar maar in elkaars verlengde.

Laten we daarom de discussie voor zover mogelijk filosofisch/ theologisch houden (en dus ook het creationistische 'wetenschapsmodel' buiten beschouwing laten) : waarom zouden we dit gedeelte van de Bijbel letterlijk moeten lezen.
Dan kan iedereen die niet vegeteert op zijn/haar onderbuik gevoel en met een beetje denkvermogen eraan meedoen. Niet om het geloof in het irrationele te trekken; er blijven uitstekende redelijke argumenten waarom God is, maar in een poging om de discussie zuiverder te houden.
In mijn ogen is dat bijvoorbeeld: ‘Ieder gevolg heeft een oorzaak, zo heeft het eerste gevolg - ‘Big-Bang’- een oorzaak.’


Er staat nergens in de Bijbel: Gij zult de eerste hoofdstukken van Genesis letterlijk lezen.
Dus blijft het, op welke manier je ook leest, een interpretatie.
Wie bepaalt welke interpretatie de juiste is en waarom? Voor mij staan ze op hetzelfde ‘level’.
Dan komt vaak de opmerking waar ik niet zo goed raad mee weet: ‘de Heilige Schrift is haar eigen uitlegster’.
Zo’n opmerking doet heel ‘cirkelredeneerderig’ aan.
Ik neem aan dat je door schrift met schrift te vergelijken de waarheid boven tafel moet kunnen krijgen. Maar om welke waarheid gaat het dan?
De geloofswaarheid? Dan ben ik het er mee eens.
Niet de natuurkundige/ biologische/ paleontologische/ geologische/ wiskundige enz. waarheid want daar zijn die andere 'takken van sport' voor.
Wanneer ik mij vergis en er niet de waarheid mee bedoeld wordt, wat dan wel?
Ik volg het debat met belangstelling.

31-03
Inmiddels heb ik het artikel van van den Brink ook gelezen en heb daar toch een wat genuanceerder beeld van gekregen. Hij is niet bezig om koste wat kost de Bijbel met de wetenschap te verenigingen. Hij geeft een pleidooi waarom je niet hoeft te kiezen tussen geloof óf wetenschap. Daar ben ik het dan ook mee eens.
De Bijbel hoeft niet te worden aangepast aan de wetenschap; ons beeld van de bijbel moet worden aangepast.

Veel aandacht krijgt de zondeval. “Het idee van een algehele kosmische ineenstorting vanwege de zondeval, is naar mijn mening bijbels-theologisch niet houdbaar.”
Dat sprak mij aan omdat ik ook dat idee al had. Herbivoren zijn met - het moment van - de zondenval niet opeens veranderd in carnivoren met een heel ander spijsverteringskanaal, om maar een voorbeeld te noemen.
Dat er echter een ‘zondenval’ is geweest; daarvoor hoef je maar om je heen te kijken.

Met één ding ben ik het niet helemaal eens: ‘Het beelddrager zijn zit overigens vooral in het vermogen om relaties aan te gaan, niet zozeer in het verstand en dergelijke.’
Dat vraag ik mij af. Bonobo’s, olifanten, zwanen en dolfijnen gaan ook relaties aan. Soms voor het leven.
Beelddrager zijn zit ’m volgens mij meer in het Goddelijke besef waarmee een bepaald mensenpaar werd ingeblazen.
Gen 2: 7.


gerelateerd aan:
Geloof en Wetenschap 1
Geloof en Wetenschap 2
Christelijk geloof / Evolutietheorie
en een beetje aan ter Lindenbladzijde






zaterdag 25 april 2020

De Bijbel


In dit geval geschreven door John Barton (1948) in 2019
en dan niet de Bijbel zoals we die kennen maar een boek óver de Bijbel.
Originele titel: ‘A History of the Bible: The Story of the World’s most Influential Book’
Barton laat in dit boek zien hoe de Bijbel zoals wij die kennen is geëvolueerd (oei, beladen woord) uit wetboeken, geschriften en brieven.
Ook Barton kijkt, net als Pagels met wetenschappelijke ogen. In de conclusie schrijft hij : “Net als in de rest van dit boek ga ik er niet van uit dat de lezers zelf gelovig zijn, alleen dat ze benieuwd zijn naar de plaats van de Bijbel in het geloof.”
Ik ben gelovig maar ook nieuwsgierig, dus kennelijk behoor ik niet helemaal tot de doelgroep van Barton. maar ik zie de Bijbelwetenschap als iets anders dan het geloof dat ‘de Heilige Schrift alles bevat wat nodig is voor verlossing.’
In mijn brein geeft dat geen problemen. Het zijn twee verschillende afdelingen. Een beetje zoals Spinoza dat ervoer: de betekenis van een tekst of het waarheidsgehalte zijn twee verschillende dingen.


Ik las weer een digitale editie naar de eerste druk want het is weer een dikke pil en als boek even te duur. Misschien een keer op de tweedehandsmarkt.
Het markeren en notities maken gaat me op de e-reader ook steeds gemakkelijker af. Er zijn dan ook weer heel veel stukken gemarkeerd.
Maar hoe krijg ik nu weer een samenhangend geheel. Pffft.
Het is een naslagwerk om te kauwen en weer eens stukken te lezen en te herkauwen.

In vier delen:
1. Het Oude Testament,
2. het Nieuwe Testament,
3. de Bijbel en zijn teksten en
4. De betekenissen
De vier delen bestaan weer uit verschillende hoofdstukken en daarin beschrijft Barton de geschiedenis van het Boek der Boeken.
Hoe uit de verhalen, mythen, gedichten, profetieën en spreuken een geheel ontstond. Wat kunnen we weten van de schrijvers en wat juist niet. Hoe zit het met de inspiratie van de Heilige Schrift, met zijn verspreiding en met al die vertalingen die we inmiddels hebben.
Wat werd eraan gerommeld, met goede bedoelingen natuurlijk, maar toch. *
Soms om het wat meer 'Christologisch' te laten kloppen? Dat idee heb ik gekregen bij psalm 22.
Iedere vertaler brengt zijn eigen context mee.
Het is niet een in beton gegoten geheel maar de Bijbel die we nu kennen heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Van boekrollen tot codices.
En er waren zoveel handschriften.
Wat was de invloed van ‘kerkvaders’ zoals Hieronymus, Origenes, Marcion, Luther en Tyndale. Van geschiedschrijvers zoals Josephus en Philo en van filosofen zoals Erasmus en Spinoza.
Hebben we nog iets gemeenschappelijks met de Joden en wat dan; met de Rooms Katholieken met hun Traditie en wat dan; de betekenis van de reformatie en nog veel meer.
Een bloemlezing van wat mij opviel en het besef dat dit de wetenschap is tot nu toe en dat ook niet alle wetenschappers het altijd met elkaar eens zijn:

1. Het Oude Testament.
Geschreven in de achtste eeuw BC en Prediker en Daniel in de tweede eeuw BC. De verhalen zelf zijn ouder maar hoe een orale traditie verliep is niet volledig helder te krijgen.
Het is de vraag of Mozes de schrijver was van de Pentateuch, men denkt ook aan Ezra.
Het dateren van Bijbels materiaal is enorm moeilijk; de oudste manuscripten zijn de Dode-Zee rollen uit de tweede eeuw BC.
Er is de Menerptah stele waarop Israël wordt genoemd maar dat is ook het enige in de Egyptische teksten.
Hier had ik ook al het e.e.a. op een rijtje gezet.
In het huidige Irak zijn kleitafelteksten gevonden, de Murashuteksten over een Joodse familie ten tijde van de Babylonische ballingschap. 538 BC. Dat zijn leuke weetjes.

De bloeitijd van de Joodse literatuur ligt iets eerder dan de klassiek periode van de Grieken en later dan de Egyptische en Mesopotamische teksten zoals het Gilgamesj Epos.
Barton schrijft uitgebreid over de teksten en hun verschillende stijlen. Over de profeten, wijsheden, psalmen en apocriefen. Over de Talmoed en de Midrasj.
In het OT draait het uiteindelijk om de verhevenheid van God, de autoriteit van Mozes, en de centrale plaats van de Thora.
Over de Goddelijke Inspiratie van de Bijbel en de onfeilbaarheid, over rabbijnen en kerkvaders met hun invloeden.
Origenes bijvoorbeeld vond het al getuigen van domheid om de schepping letterlijk te lezen.
Hij was dol op allegoriseren.

Ook Barton heeft zo zijn twijfels bij de gepersonifieerde wijsheid in het Spreukenboek. Ik schreef daar al eerder over.
Men leest daar altijd Christus in, waarschijnlijk gebaseerd op de Griekse tekst maar het Hebreeuws geeft daartoe geen reden. Het gaat gewoon over wijsheid. Je kunt kennelijk ook te Christologisch lezen.

2. Het Nieuwe Testament
Aandacht voor de datering, en stijlen De brieven van Paulus – tussen 40 en 60 AC - die ouder zijn dan de evangeliën en niet allemaal door hemzelf geschreven.
De triniteitsformule bestond al bij Paulus. (2 Kor 13:13) Werd later een dogma. Gedoe bij Erasmus over het ‘Comma Johanneum’.

De chronologie die binnen de brieven naar voren komt en die in het boek Handelingen beschreven wordt klopt niet.
Heeft Paulus nu 1x in de gevangenis gezeten of verschillende keren? Hoe belangrijk is dat?
Hoe zit het met de tegenstrijdigheid in de gehoorzaamheidteksten van de vrouw?
Volgens de NRSV zijn er zinnen aan toegevoegd zoals 1 Kor 14: 33b – 36 en heeft dat tussen haken geplaatst omdat het niet overeenkomt met eerdere uitspraken van Paulus.
Is de Colossenzen brief nu wel of niet door Paulus geschreven? Volgens Barton wel en volgens G. H. van Kooten in ‘Paulus en de kosmos’ in 2002 niet. (p 130) Nou ja, dat moeten de geleerde heren zelf maar uitvechten.
De Hebreeënbrief is in ieder geval niet van Paulus, dat is al door Origenes aangetoond. Later weer niet geaccepteerd natuurlijk (King James en onze Staten Vertaling) en nog weer later weer wel.
Konden Petrus en Jakobus als Aramees sprekende ongeletterden zulke brieven schrijven in het Grieks? Ook best een dingetje, ja.
Dat onder pseudoniem schrijven om gewicht aan een geschrift mee te geven was meer normaal dan nu.

Het synoptische probleem van vier verschillende evangeliën komt aan de orde; door wie en wanneer geschreven. Andere evangeliën, zoals van Petrus en Thomas zijn sowieso jonger.
De invloed van het Hellenisme wat alles en iedereen in die tijd beïnvloedde: In de Hebreeuwse bijbel is de onsterfelijkheid van de ziel niet duidelijk terug te vinden. Daar ben ik ook al eens tegen aan gelopen.

3. De Bijbel en zijn teksten
De Dode-Zee rollen zijn een belangrijk bron gebleken.
Wanneer is de canon ontstaan. Aan het einde van de tweede eeuw was er al een soort van consensus over de boeken binnen de canon. Dat was rond de tijd van Origenes. (185 – 253 )
Door Athanasius werd dat proces officieel bekrachtigd. De beruchte paasbrief van hem uit 367 AC. Het fragment van Muratori lijkt dat te bevestigen.
Niemand koos boeken of geschriften uit; ze werden gelezen, verdedigd en werden belangrijk.
Nog een oud geschrift onder vele anderen is de Didachè.

De verschillen in handschriften wordt aan de hand van voorbeelden uit de doeken gedaan
De uitspraken van Jezus over de echtscheiding bijvoorbeeld. Wat de oorspronkelijke vorm was is niet meer te achterhalen. In ieder geval kunnen we er van uit gaan dat Hij de vrouwen wilden beschermen tegen uitbuiting. Dat past inderdaad bij Zijn wezen, denk ik.

Van de Hebreeuwse Bijbel (OT) is één zorgvuldig beheerde tekst en dat is de Codex Leningradensis. Geschreven door de Masoreten in 1008.
De Dode Zee rollen, later gevonden maar ouder van datum staan dicht bij deze tekst.
De Septuagint, een Griekse vertaling van het OT uit de tweede eeuw BC die na verloop van tijd minder ‘Joods’ en meer ‘Christelijk’ werd.
Dus je beroepen op precieze teksten tijdens een discussie is een hachelijke zaak. Maar dar was ik zelf ook al achter gekomen. Vertalen is verliezen, per definitie.

4. De betekenissen
Voor Joden is de Bijbel geen boek over onheil en redding maar meer een van God ontvangen leidraad voor het leven. Joden en Christenen interpreteren daardoor heel verschillend en ontwikkelden zich op verschillende manieren .
De val van de mensheid komt behalve in Genesis nauwelijks voor in de Hebreeuwse Bijbel.
Ook volgens Bonhoeffer is ‘het geloof van het Oude Testament geen religie van redding’.
Volgens Joden kan elke passage bijdragen aan interpretaties van andere passages. Context doet er niet toe. Midrasj, het interpreteren en uitleggen komt in alle geschriften voor.
Je hebt ook nog pesjat, remez, derasj en sod. Die kende ik al.

Een aantal rabbijnse aannames over de Bijbel:
1. De Bijbel is een cryptische tekst
2. De Bijbel is altijd relevant
3. De Bijbel bevat geen tegenstrijdigheden (midrasj richt zich erop om de verschillen met elkaar te verzoenen)
4. De Bijbel is door God geïnspireerd.
Veel overeenkomsten dus met de Christelijke manier van uitleggen. Zij gaat er ook van uit dat de Bijbel een geheel is. Nu dan inclusief het NT. Origenes en Augustinus waren belangrijke uitleggers.
Verder ging zo ongeveer elke zichzelf respecterende theoloog/filosoof de Bijbel vertalen.
Dat gaat nog steeds door. En ieder weer met die eigen context.
Maarten Luther bedacht, behalve allerlei goede dingen, dat de Bijbel zijn eigen interpretator is. Dat kwam/kom ik op fora ook wel eens tegen en begrijp er niets van. De Bijbel zou zichzelf uitleggen?
Dan snap ik niet waar we al die theologen voor nodig hebben.
Zo gaat Barton de middeleeuwen door, de Verlichting en daarna. Het is teveel voor een staccato blogbericht als dit.
Een ieder leze zelf.




* een voorbeeld. Om polytheïsme tegen te gaan?
Deut 32 : 8 HSV
Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij Adams kinderen van elkaar scheidde, heeft Hij het grondgebied van de volken vastgesteld overeenkomstig het aantal Israëlieten.

Septuagint:
Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk en de mensen ieder hun deel gaf, bepaalde Hij de grenzen voor alle volken naar het aantal goden.

Zie ook Adam, Eva en de Duivel.


dinsdag 11 juli 2017

En de aarde bracht voort


Geschreven door Gijsbert van den Brink en is vers van de pers. Ondertitel: ‘Christelijk geloof en evolutie’
Op 22 juni jl. verschenen tijdens onze vakantie.

Ik ben ontzettend blij met dit boek. Al heel lang had ik daar behoefte aan. Iemand die de kennis en de moed heeft om nauwgezet en systematisch probeert de theologische consequenties te doordenken wanneer definitief zal blijken dat de evolutie waar is.
‘Stel dat het waar is wat dan...’
Hoe lezen we dan de eerste hoofdstukken uit de Bijbel en specifieker: van Adam en Eva, over de zondeval, erfzonde en verlossing, hoe duiden we het lijden in de wereld, hoe denken we dan over natuurlijke selectie en voorzienigheid en over moraal en openbaring. Valt het geloof dan om als dominostenen zoals zovelen denken? Ik heb inmiddels de ervaring van niet, maar daar overtuig ik mensen niet mee.


Ongetwijfeld zal hij veel kritiek krijgen maar dit is een aanzet om erover na te denken en wie weet komen er nog meer boeken met nog betere ideeën. Dan is dit boek gewoon een tussenvorm. 
Is dat ook geen ontwikkeling=evolutie?

Velen haken af van het geloof omdat zij hun hersens willen blijven gebruiken. En wanneer je zegt dat je gelovig bent en de wetenschap ook betrouwbaar acht word je niet meer als christen/ gelovige serieus genomen. Ik word te oud om me er persoonlijk iets van aan te trekken maar ik vind het wel heel erg.
En van den Brink ook, gezien zijn laatste regel: ‘Niet- christenen hoeven niet te denken dat ze om christen te kunnen worden iets wat voor hen zo evident is zouden moeten afzweren.’

Van den Brink, uit een zelfde soort religieus nest als ik (Gereformeerde Bond binnen de PKN), beschrijft in de inleiding eerst de probleemstelling en vervolgens in hoofdstuk 2 en 3 wat evolutie eigenlijk inhoudt en hoe er in het verleden door gelovigen over gedacht en mee omgegaan is.
Want ook Augustinus heeft zich er al mee beziggehouden.
In de verdere hoofdstukken met de ‘problemen’ beschrijft hij eerst zo objectief mogelijk wat zoal de gangbare meningen zijn die er toe doen. Vervolgens beschrijft hij de problemen van al die visies en daarna laat hij weten wat hij zelf de beste vindt en waarom.
Hij zet alle vraagstukken waar de orthodox gelovigen tegenaan lopen systematisch op een rijtje.
Bij elke vraag, het geheel overziend, vraagt hij zich af: ‘welke uitleg het meest adequaat is, in de zin dat die verenigbaar is met de basisuitgangspunten van een orthodox-christelijke (verbonds)theologie en tegelijkertijd de wetenschappelijke inzichten over de menselijke oorsprong serieus neemt’.
Hij legt niets dwingend op maar laat de lezer de vrijheid om zelf een mening te vormen. Soms zijn er meerdere mogelijkheden. (bijv. P 178)
In hoofdstuk tien vat hij alles nog eens kort en kernachtig samen.

Wat vond ik zelf van dit boek.

Omdat ik mij ook al jaren in deze materie heb verdiept bracht het boek voor mij niet echt heel veel nieuwe dingen. Alleen de onderbouwingen van bepaalde standpunten zijn veel degelijker en overzichtelijker. Daar kan ik zeker mijn voordeel mee doen.
En ik heb het verschil geleerd tussen concordisme en perspectivisme. Dat zijn van die dingen die je intuïtief wel weet maar nu in definities gevat ziet.
Concordisme is de hermeneutische visie dat Bijbelse uitspraken over de fysische wereld overeenkomen met de wetenschappelijke feiten. (p 114) Men denkt dat die er in verborgen zitten.
Perspectivisme is de hermeneutische visie dat we bij het interpreteren van de Bijbel de theologische inhoud moeten onderscheiden van het wereldbeeld waarin deze inhoud ingebed is. (P 122)

Adam en Eva kun je zien als verbondshoofden, als model voor ons allen. Komt een beetje overeen met John Walton.
Deze wordt ook in het boek genoemd.

Persoonlijk denk ik dat de tekst uit Gen 2:7 iets bijzonders zegt wat nog niet eerder in de wereldgeschiedenis is voorgekomen en wat de heilsgeschiedenis inluidt. Dat kan heel lang geleden zijn geweest. Van den Brink noemt ergens vijfenveertigduizend jaar geleden.
Nu kan ik de grotten van Lascaux ook beter plaatsen. We waren er een aantal jaren geleden en maakte diepe indruk op me. Een aanrader om eens te bezoeken!

God blies dat mensenpaar de levensadem in. (sensus divinitatis)
Ik vertaal dat als de eerste paar mensen tussen al die andere hominiden, die iets Goddelijks kregen wat wederkerigheid zou opwekken. (iets soortgelijks staat op p 224)Een relationeel wezen richting de Schepper, die zich veel later in de geschiedenis (ik zou bijna zeggen: in een tempo zoals het de evolutie= ontwikkeling betaamt…..) bekend maakte als JHWH.
Het zijn allemaal langdurige processen. Gods tijd is niet onze tijd. ‘God zet steeds nieuwe stappen om de mens te laten beantwoorden aan Zijn bedoelingen’ (p 330)
Wanneer de mens een zelfbewustzijn heeft gekregen is het ook mogelijk dat hij bewust voor zichzelf kiest en in zonden valt, dus niet instinctmatig in de fout gaat. (zie ook van Veluw: ‘waar komt het kwaad vandaan’ p 391. Gek dat Dr. A.H. van Veluw bij van den Brink helemaal niet in beeld komt terwijl dat andersom wel het geval is.)

Het probleem van het lijden blijft ook wat liggen. Ook al geloof je in de zondenval, op welke manier dan ook, dan is het lijden dat de dieren hebben ondergaan al die eeuwen voordat de mens zijn intrede deed, niet echt verklaarbaar. Maar, zo schrijft hij, wij zijn ook niet in de positie om dat te kunnen beoordelen en uitspraken over te doen. (p166 en 328)
Dit is de meest adequate reactie van het sceptisch theïsme.

Een paar opmerkingen die bleven hangen:

Charles Kingsley: ‘we know of old that God was so wise that He could make all things; but behold, He is so much wiser than that, that He can make all things make themselves.’
‘we weten vanouds dat God zo wijs was dat Hij alles kon maken, maar Hij is zoveel wijzer dan dat, Hij kan alle dingen maken zodat die zichzelf maken.’

‘Onze evolutionaire ontwikkeling heeft ons ook tot de intuïtie gebracht dat onze zintuigen in het algemeen betrouwbaar zijn, dat ons geheugen ons gewoonlijk niet bedriegt en dat we via wetenschappelijk onderzoek de waarheid op het spoor kunnen komen. Als deze intuities nu waar zijn (en daar gaan we doorgaans van uit), waarom zou geloof in objectieve morele waarden en geloof in God, dat via hetzelfde soort natuurlijke processen tot stand kwam, dan misplaatst zijn?


Het boek staat bomvol voetnoten en die staan gelukkig niet achterin maar op elke bladzijde onderaan. Dat voorkomt veel geblader.
Meteen een oproep aan uitgevers om dit altijd zo te doen!
Of wel achterin maar dan doortellen van 1 tot 2000 ofzo.
Niet elk hoofdstuk opnieuw beginnen te tellen want dan raak ik de weg kwijt.

In ieder geval is dit een boek wat ik nog wel vaker zal pakken om weer eens stukken na te lezen.


01-09-17
Via het 'Logos-instituut' vond ik een artikel van Jan van Meerten. Onder dat artikel staan chronologisch alle reacties die zo her en der te horen en te lezen zijn over dit boek. Dat is best handig want ik kan niet alle kranten lezen.
Het wordt regelmatig aangevuld want de laatste woorden zijn nog niet gesproken over deze materie.
Zeker nu er van Prof. Dr. M.J. Paul ook een boek is verschenen - 'Oorspronkelijk'- met een tegenovergestelde mening.
Het Logos-instituut is opgericht door nogal ehh...fanatieke creationisten.
21-10-17
Sinds 11 oktober jl. hebben ze op Logos de mogelijkheid tot het reageren op artikelen afgesloten.
Een kwalijk teken.


woensdag 23 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 – 1300 IIb Theologie en Filosofie


Verder met Averroes (1126 – 1198) en Thomas van Aquino. Over de laatste heb ik al eerder een blogbericht gewijd. Daar kwam Averroës zijdelings ter sprake.

Averroës was een invloedrijk persoon; kende de hele Koran uit zijn hoofd en was een Aristoteles kenner. Hij was kennelijk belangrijk genoeg om door Rafaël vereeuwigd te worden op het fresco ‘de Atheense school’. Even zoeken maar er is maar één meneer met tulband.
(Dat zal binnenkort ook wel weggepoetst worden, raar natuurlijk om oosterlingen altijd maar met een tulband te schilderen. / sarcasm)
Ibn Rushd of Averroës (latijn volgens ‘de groene amsterdammer’) werd geboren in Cordoba, in 1126 en kwam uit een juristenfamilie. Hij studeerde o.a. rechten, filosofie en medicijnen.
Cordoba en Bagdad waren de belangrijkste kalifaten naast Alexandrië, Damascus en Caïro.

Ibn Rushd is het meest bekend geworden door zijn 38 commentaren op Aristoteles en zijn reacties op Al Ghazali (1058 – 1111) Een geleerde met betrekking tot de Arabische wijsbegeerte uit Bagdad.
Hij werd bekend om zijn aanvallen op de wijsbegeerte: ‘doelstellingen van de filosofen’ en zijn ‘onsamenhangendheid (incoherentie) van de filosofen’.
Zijn ideeën heel kort:
We kunnen God alleen leren kennen door rituelen en gebeden; causaliteit is onzin, dat is alleen maar menselijke projectie; God is de bestuurder van alles en de wederopstanding betreft zowel het lichaam als de geest.
Honderd jaar later kwam Averroës hiertegen in opstand en schreef zijn ‘incoherentie van de incoherentie’.
(Wel grappig om op een site te lezen dat Al-Ghazali een fel tegenstander was van de ideeën van Averroës. Hij wist - honderd jaar eerder - helemaal niks van diens ideeën.)

Averroës was een rationeel denker.
a. Wanneer er in de Koran dingen staan die niet in overeenstemming waren met de filosofie/wetenschap dan moest er allegorische worden gelezen. Want twee dingen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. (Aristoteles)
Sinds de kwantummechanica kan dat geloof ik wel maar dat was toen nog niet aan de orde.
Hij schrijft daarover in ‘Het beslissende woord’: ‘Wij kunnen met zekerheid stellen dat als logische bewijsvoering leidt tot een conclusie die in strijd is met de letterlijke betekenis van de heilige tekst, er altijd ruimte is voor allegorische interpretatie volgens de in het Arabisch gebruikelijke regels van allegorische tekstuitleg.’
En even verder: ‘De reden waarom er letterlijke betekenissen zijn die elkaar tegenspreken ligt in het feit dat die een aansporing vormen voor ‘de stevig-staanden in kennis om te zoeken naar een allegorische interpretatie die beide betekenissen met elkaar verenigt.’
Verwerping van de causaliteit is verwerping van de kennis en impliceert een toevalligheid van de wereld en dat is weer een ontkenning van de wijsheid en intelligentie van God.
b. De ziel sterft niet maar gaat na de dood over in een grote eenheid van zielen en krijgt bij de wederopstanding een nieuw lichaam.
soera 16.125: “Roep op tot de weg van uw Heer door wijsheid (hikma) en door welwillende vermaningen, en als je redetwist, gebruik dan het schoonste betoog”.
Verder vond hij dat er drie benaderingen waren van de ene Waarheid:
1. De demonstratieve methode, geschikt voor wetenschappers en filosofen. Alleen geleerde heren konden de heilige teksten begrijpen en uitleggen.
2. De dialectica voor theologen en
3. de retorica voor de massa.
Volgenlingen van Averroes waren Siger van Brabant en Boëthius van Dacie.

Averroës heeft hedendaagse schrijvers en regisseurs geïnspireerd:
Salman Rushdie schreef het boek ‘Twee jaar, acht maanden en achtentwintig nachten’ (2015),
Jorge Luis Borges schreef een verhaal in zijn bundel ‘de Aleph en andere verhalen’ (1989), namelijk ‘het zoeken van Averroës ‘ en
Youssef Chahine regisseerde de film ‘de Weg’ of ‘Al-Masir’ (1997).


Thomas van Aquino wilde, net zoals Averroës, de ideeën van Aristoteles in overeenstemming trachten te brengen met zijn religie.
Averroës met de islam en Aquino met het christendom. Dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede. Maar van de ideeën van Averroës deugde niet veel volgens Thomas en hij schreef zijn ‘Tractatus de unitate intellectus contra Averroistas’ in 1270
a van hierboven: Want wanneer een theologische doctrine een tegenspraak bevat is ze eenvoudigweg onwaar. De dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede.
b. ieder individu heeft een eigen ziel, ook na de dood.
Thomas benaderde de theologie als wetenschap inductief: uit de zichtbare dingen kun je conclusies trekken over achterliggende principes.
De wetenschap gaat niet inductief, maar deductief te werk. Deductief is naar het bekende syllogisme van Socrates:
Alle mensen zijn sterfelijk - algemene regel major premisse
Socrates is een mens – bijzondere regel minor premisse
Socrates is sterfelijk – conclusie

Thomas voelde verwantschap met methodische twijfel van Abélard, maar toch vooral verwondering over het mysterie van God. En het probleem van het kwaad gaat hij te lijf in de stukken die we hebben gelezen.
Even heel kort een poging om het samen te vatten: Het kwaad wordt veroorzaakt door het goede; het kan nooit een eerste oorzaak zijn.
De Goddelijke voorzienigheid sluit het kwaad niet volledig uit vanwege secundaire oorzaken. Zoals bijvoorbeeld een kundig vakman slecht gereedschap gebruikt.
Er zijn gradaties in het goed en kwaad: ‘Men mag dus niet van de goddelijke voorzienigheid vragen dat ze de potentie om van het goede af te wijken helemaal van de dingen uitsluit. Uit deze potentie volgt echter het kwaad, want wat kan afwijken, zal uiteindelijk afwijken.’
Er is veel goeds wat er niet zou zijn als er geen kwaad was: rechtvaardigheid zou er niet zijn wanneer er geen misdaden waren en in de natuur zorgt het stervensproces voor nieuw leven.
Hij noemt ook de teksten die in de Bijbel staan die erop wijzen dat God de verantwoordelijke van alles is. (Jes 45:7 en Amos 3:6 en er zijn er nog wel meer; ik heb ze eens allemaal opgezocht)
Verder kwamen de vijf wegen van hem aan bod die ik hier al eens heb beschreven, en zijn beide summa’s die lange tijd leidend zijn geweest in de Rooms Katholieke kerk.

Wat niet aan de orde kwam – zit ik me nu te bedenken - is dat omstreeks diezelfde tijd als Averroës ook Maimonides (1138 – 1204)ten tonele verscheen in Cordoba. Waarschijnlijk zijn ze elkaar mis gelopen omdat Maimonides op tienjarige leeftijd verhuisde naar Marokko. Toch zal hij op latere leeftijd wel geïnteresseerd zijn geweest in de schrijfsels van zijn stadsgenoot.

Ik vond nog een paar mooie citaten van Averroës :
De wereld is verdeeld in mannen die humor en geen religie hebben en mannen die religie en geen humor hebben.
Onwetendheid leidt tot angst, angst leidt tot haat en haat leidt tot geweld.


Zo leer ik steeds weer wat meer tot ik op een dag de wereld om mij heen begrijp.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.

vrijdag 20 mei 2016

The Lost World of Adam and Eve


Geschreven door John H. Walton in 2015.
Walton is hoogleraar Oude Testament. (systematische theologie noemt hij ergens)

Het boek heeft als ondertitel: Genesis 2-3 and the Human Origins Debate
Omdat ik dit boek graag wilde lezen en er geen Nederlandse versie beschikbaar is, moest ik mijn luiheid en gemakzucht maar overwinnen en het in het Engels lezen.
Het is prettig dat het boek uit korte hoofdstukjes bestaat.
Walton heeft een eigen kijk op de eerste hoofdstukken van Genesis en wil de Bijbel vooral zelf laten spreken maar dan vooral in de context van de vroege Midden-Oosten cultuur. En dat kunnen we omdat we nu veel meer daarover weten.
Hij gaat dus niet in discussie met de wetenschap.
Aan (bijna) het einde van het boek illustreert hij dat met behulp van een schilderij van van Gogh en een foto gemaakt door de Hubble telescoop.
Allebei vertellen ze waarheid maar op een totaal verschillende manier.

Na het bestuderen van de oude teksten die we hebben komt hij tot de conclusie dat creëren in de Bijbel te maken heeft met het ordenen van de materie.
Duisternis en zee en materie zijn ‘in den beginne’ ongeordend. Er is niets functioneels. (vanuit het Goddelijke point of view neem ik aan)
Met creëren wordt bedoeld dat het de ongeordendheid oplost. En niet dat er niets zou zijn.
Dat komt overeen met het Enuma Elisj; het scheppingsverhaal van de Babyloniërs waarvan de oudste vondsten van 2000 BC dateren.

Ik heb een uitgave van dat scheppingsverhaal van Selma Schepel uit 2002. Ik moest wel grinniken toen ik de prijs zag bij Bolcom. Ik heb het ooit uit de ramsj gevist bij Donner. 5 euro. Hier volgen de eerste zinnen:
‘Toen boven de hemelen nog niet genoemd waren,
het land beneden nog geen naam had,
Apsu, de allereerste, hun verwekker,
en oermoeder Tiamat, hun aller moeder,
hun wateren zich mengden,
het grasland niet gebonden was,
het rietland niet gevlochten, toen geen van de goden was verschenen,
nog niet bij naam genoemd, geen lot bepaald, …
toen werden goden gevormd in hun diepte,
ontstonden Lahmu en Lahamu, werden bij naam genoemd.’


Wanneer je Genesis 1 leest in het Hebreeuws zijn er verschillende woorden voor scheppen: bara en asah. Bara heeft te maken met ordenen en het verlenen van een functie; asah met het bezig zijn met materie.
Zelf vond ik het ook wonderlijk dat ‘bara’ voorkomt in het eerste vers en dan pas weer in het 21ste vers. (‘tools’ en ‘interlineair’ aanklikken bij het bewuste vers en verder gebruik maken van Strongs numbers)
De verklaring van Walton: In het oude oosten was de zee het terrein van chaosmachten. God geeft hier een functie aan de dieren in de zee. De vijfde dag was weer een dag waarop de focus lag op ordenen en een functie geven: wordt talrijk naar je aard.
Een paar jaar geleden kreeg Ellen van Wolde de volle laag toen zij opmerkte dat ‘bara’ ook ‘scheiden’ kon betekenen. Ook zij vergeleek e.e.a. met Mesopotamische teksten.
Zij komt tot de volgende vertaling: ‘In het begin waarop God de hemel en de aarde scheidde, en de aarde ongegrond was en zonder fundament, en duisternis over de diepte lag, en Gods adem zwevende was over de wateren, zei God: ‘Er zij licht’.
Dat er niet te verwaarlozen invloeden zijn tussen de Mesopotamische geschriften en de Bijbel blijkt uit het feit dat ook in de Bijbel wordt gesproken over deze goden: Tammuz in Ezechiel 8:14.
Tammuz, de (Sumerische) god van de vruchtbaarheid.

De ‘schepping’ van de mens in vs 27 was dan ook meer het toebedelen van een functie: dienen als vice-regenten van God in een heilige, geordende ruimte/tempeltuin (Sacred Space) en daarmee het proces van ordenen voortzetten naar de volmaaktheid.
In die zin was het goed/tov.
Wij zijn geschapen naar Zijn beeld en hebben de functie verkregen om te onderwerpen en te heersen.
Wij representeren Hem in deze wereld. Ik kan daar in meekomen; er staat niet voor niets dat God hen de levensadem inblies (Gen 2:7)
Walton ventileert hetzelfde type ideeën die ik ooit las bij Pé de Bruin in ‘Geen geloof zonder bewijs’ uit 1983 en waarin ik in die tijd heel wat eye-openers las en wat mij leerde ook eens met andere ogen te lezen in plaats van met ‘voorgeprogrammeerde ogen’.
God regelde voor de mens een ‘house’; een omgeving en gaf hem de opdracht er een ‘home’ van te maken; een plek om te leven met God. Een heilige ruimte.
Helaas faalde deze eerste bijzondere mensen en stelden zichzelf in het centrum waardoor de bedoelde orde werd verstoord. Sindsdien is er wat dat betreft niet veel veranderd.

Hier komt ook een verschil naar voren met de andere oude scheppingsverhalen: In de Bijbel zijn de zon en de maan gewoon lichten. In andere culturen zijn het goden.
Nog een belangrijk verschil: de Bijbelse God maakt alles ten behoeve van de mens. In andere culturen doen de goden alles ter ere van zichzelf en laten zich niets gelegen liggen aan de mens.
Oude culturen hebben afbeeldingen van goden; Wij zijn het beeld van God
en het unieke van de Bijbelse JHWH God is dat Hij een relatie wil met mensen.

De naam Adam wordt in de Bijbel vaak gebruikt als archetype en niet als die specifieke mens.
Het woord formeren of vormen heeft niet altijd te maken met materiaal.
Bijvoorbeeld Zach 12:1: daar formeerde (yatsar) God de geest van de mens.
Eva werd niet gemaakt van een rib maar werd weggenomen uit de zijde van Adam. Dit is ook ‘archetyperend’ bedoelt. Wanneer je de juiste wederhelft tegenkomt maakt het weer één geheel. Wat ik al lang dacht. Zouden er echt nog mensen rondlopen die geloven dat Adam rond liep met een rib minder dan zijn nazaten?

Die slang. Wat moeten we daar mee. Veel heeft Walton uit de oude Egyptische geschiedenis. Slangen komen uit de chaoswereld; de non-order. Hadden slangen voorheen pootjes? Nee, dat een slang op zijn buik moet kruipen wil aantonen dat hij voor ons nu niet meer gevaarlijk is. Hij is zijn aanvallende positie kwijtgeraakt. Farao’s hadden soms nog wel een slang op hun hoofdtooi in opgerichte, aanvallende houding.
Stof eten is ook niet echt normaal voor een slang. Daarmee wordt bedoeld dat de slang wordt verbannen naar de onderwereld.
Er schijnt een afbeelding te zijn van Horus, die de kop van een slang plet met de hiel van zijn voet. Dat maakte voor die tijd duidelijk wie de macht had. Zie ook psalm 8 in een goede vertaling.
Walton spreekt veel over orde, non-orde en wanorde. (order, non-order en disorder)
Ik kan daarin wel meekomen. Het paradijs was een ‘vooruitgeschoven post’ van heilige ruimte van orde in een (al langer bestaande) ‘non-order’ wereld. Adam en Eva kregen de opdracht de orde uit te bouwen. Zij faalden en faciliteerden op die manier ‘disorder’.
Het heilige der heilige in tabernakel en tempel waren ook zulke ‘posten’. Plaatsen waar de hemel de aarde ontmoette.
Jezus, de zoon van God bevocht de wanorde met meer succes: genas mensen, stilde de storm en overwon de dood. Na Pinksteren is elke gelovige zo’n ‘post’. Hoe meer posten hoe meer orde. Althans; zo zou het moeten en kunnen zijn.
Het boek Openbaringen spreekt erover dat in de nieuwe wereld de zee er niet meer zal zijn, dat betekent dat er geen 'non-order' meer zal zijn. Geen chaosmachten meer.

De relevante teksten uit de brieven van Paulus over deze materie worden in dit boek door N.T. Wright (Nieuw- Testamenticus) behandeld in een excurs.
Eén ding hierover wat mij aansprak: zoals God zich ooit een mens uitkoos uit Ur der Chaldeeën en vervolgens een joods volk uit de vele volkeren op aarde, zo koos God ook die (eerste) twee mensen uit, uit de velen op aarde. Ze kregen een speciale taak maar faalden. Op die manier moeten we ook Paulus lezen. ‘Wanneer we Genesis en de menselijk oorsprong bestuderen zonder de oproep dat wij, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen mensen zijn die vernieuwd zijn door Jezus Christus, dan missen we het punt.’
Dat denk ik ook. God startte de heilsgeschiedenis met dit koppel. Dat is iets anders dan wereldgeschiedenis.

Ik vond het lastig om er een samenhangend verhaal van te maken; hij zegt ook zoveel.
Iedereen zou dit boek moeten lezen. Ik hoop dat er snel een Nederlandse vertaling komt. Dan wil ik het nog eens lezen want ja, het gevoel dat ik misschien toch weer dingen heb gemist blijft aanwezig.





vrijdag 8 mei 2015

Wetenschap en geloof 2


Het eerste deel staat hier.
Op de briefwisseling tussen Ds. Mensink en Prof van den Brink zijn nog weer van beide kanten reacties gekomen: eerst van van den Brink en als laatste een afsluitende van ds. Mensink. Jammer dat deze als afsluitend wordt gepresenteerd.

1. Sterke punten van van den Brink vind ik dat hij aangeeft dat ook de wet van de zwaartekracht geen wet is maar een hypothese waar uitstekend meegewerkt wordt en waar niemand aan twijfelt. Zo ook met de evolutietheorie. Het blijkt te werken in tal van andere wetenschappen dus waarom zou je eraan twijfelen? Het is een uitstekend, beproefd denkkader gebleken. Er is voldoende bewijs om deze theorie serieus te nemen.
2. Dat de geestelijke dood heel wat erger is dan een lichamelijke dood staat ook gewoon in de Bijbel waar Jezus zegt: vreest niet voor degenen die het lichaam doden maar veel meer Hem (Matt 10: 28) Die beide, ziel en lichaam kan vernietigen in de hel.
3. De structuur van de Bijbel: schepping via val naar verlossing en voltooiing wordt niet aangetast door de evolutietheorie.

Een ‘zwak puntgevoel’ krijg ik van van den Brink wanneer hij vertelt dat hij door de ‘Braambruggers’ enigszins op de vingers lijkt te zijn getikt. Hoe voelt dat voor een academicus? Ik heb dat ooit ook gemerkt bij Kuitert. Dat heeft toch een bepaalde impact op het ego van een mens. De onbewuste angst van de mens om niet serieus of dom bevonden te worden en de acties die daaruit voorkomen onderschatten we wel eens.
Verder die ‘hermeneutische sleutel’. Wanneer je de wetenschap gebruikt als uitlegkundige sleutel heb ik zo mijn twijfels. Dat is niet de bedoeling. Daar komt Mensink terecht weer op terug in zijn artikel.

Uit dit laatste artikel de sterke punten:
1. Een punt is de twijfel bij de orthodoxen die van den Brink aandraagt, en die geen theologen in het vakgebied ‘exegese en bijbelse theologie’ zijn.
2. Zijn kernbezwaar is ook terecht. Dat van die hermeneutische sleutel. We moeten niet vanuit de evolutietheorie de Bijbel willen gaan verklaren.
Daarom ben ik ook tegen een harmoniemodel. Waarom zouden we de evolutietheorie en de Bijbel in harmonie willen brengen? Dat moeten we helemaal niet willen want dan blijven we hangen bij het boetseren aan ‘de kruiwagen’ terwijl het gaat om de inhoud.
Een kruiwagen is een middel om inhoud te vervoeren.

De zwakke punten:
Zijn twijfel over de gevestigde kennis. ‘Kún je het wel echt kennis noemen als je theorie voor een groot deel bestaat uit aannames? Aannemelijkheid en waarheid zijn niet identiek.’
Tsja.... die 'aannames' zijn toch aardig onderbouwd en is de ‘kennis’ die uit de Bijbel naar voren komt wel gevestigde kennis of zijn het ook aannames?
Aan truien met gaten wordt met man en macht gewerkt om die gaten te dichten. Zeker ontstaan er weer nieuwe gaten maar daar wordt vervolgens ook weer aan gewerkt. Dat is de charme van de wetenschap. Zij ontkent het bestaan van gaten dan ook niet.
Verder: de schepping volmaakt? Dat dacht ik niet. De schepping was zeer goed. De schepping wordt vervolmaakt. We gaan niet terug naar een paradijselijke toestand maar naar een toestand van: God, alles in allen. 1Kor. 15:28.
Er zit een ontwikkeling in.
Dat noemen ze geloof ik, evolutie.




woensdag 6 november 2013

God bewijzen

Geschreven door Stefan Paas en Rik Peels, uitgegeven in 2013.
Ondertitel: argumenten voor en tegen geloven.
Zulke boeken trekken altijd heel erg mijn aandacht omdat ik mij jaren geleden op de apologetiek heb gestort en alle nieuwe uitgaven die daar betrekking op hebben opslurp. Maar zo langzamerhand lees ik niet veel nieuwe dingen meer.

De titel bevreemde mij. God bewijzen. Dat kan niet. God hoort vooral bij de metafysische werkelijkheid en bewijzen zijn attributen die bij de fysische werkelijkheid/ wetenschap horen.
Misschien is dit net zo’n poging als ‘Wij zijn ons brein’ van Swaab.
Een stellige titel waarbij je al vraagtekens hebt maar die je toch nieuwsgierig maakt en de kooplust prikkelt.


Het boek is opgedeeld in vijf flinke hoofdstukken die weer zijn onderverdeeld en gelukkig allemaal een conclusie hebben. Prettig voor mijn seniorenbrein.
In de proloog komt het al aan de orde: het is belangrijk om redelijke argumenten, geen bewijzen, te hebben waarom je gelooft.

Hoofdstuk 1 en 2 betogen dat het heel redelijke is om te geloven en dat je daar eigenlijk geen argumenten voor op tafel behoeft te leggen; dat de ongelovige maar moet aantonen waarom het niet redelijk zou zijn. Paas en Peels leggen de ‘bewijslast’ bij de atheïst met het voorbeeld van een stofzuigerverkoper. Wanneer je als gelovige een goede stofzuiger hebt zal een stofzuigerverkoper moeten aantonen dat ie niet deugt of dat zijn stofzuiger beter is dan de mijne.
Of dat gaat werken betwijfel ik intuitief. Wij hebben iets moois aan te bieden, waarom zouden we dat simpelweg niet doen? Als het heel natuurlijk is om te geloven – en dat geloof ik ook - moeten we oppassen om niet al te veel in de verdediging te schieten.

Lezende weg verbeelde ik mij dat ik dingen herkende van het vrijdenkersforum waar ik een tijdje lid ben geweest en waar ook Stefan Paas eens pogingen deed de goegemeente aldaar iets zinnigs bij te brengen.
Het 3e hoofdstuk is het langste en betoogt waarom de argumenten tégen het bestaan van God niet overtuigend zijn.
In het 4e hoofdstuk wordt een leven zonder God besproken en in het 5e de argumenten vóór het bestaan van God. Voor mij als gelovige was dat het minst interessante maar dat geven de schrijvers ook aan: gelovigen zouden het kunnen overslaan. (Behalve de uitleg van het ontologische Argument van Anselmus, de weerlegging van Immanuel Kant en de weerlegging daar weer op. Par 5.8 Ik geloof dat ik het nu echt begin te snappen.)

Het 4e hoofdstuk vond ik meest boeiend. Daarin wordt een poging gedaan verder door te denken over een wereld zonder God en een Goddelijke moraal.
Ze halen Nietzsche aan, die ik zie als een sterk, visionair HSP-er (High-Sensitive-Person) met zijn ‘God is dood’ verhaal. Door de secularisering onderschatten we het gapende, moraalloze gat dat onder onze beschaving ligt.
Wat gaat het opleveren wanneer we niet meer teren op de Joods Christelijke beschaving/ moraal en zelf de regels moeten gaan bepalen?
Je hebt dan in mijn ogen sowieso een autoriteitsprobleem.
Natuurlijk zijn er de basale regels van het gezonde verstand, bij P&P de ‘onderbouw’ genoemd. Maar hoe lang zijn de regels voor de steeds wisselende ‘bovenbouw’ houdbaar. Het is een terechte vraag die in het boek gesteld wordt.
‘Hoelang kunnen mensen blijven geloven in waarden die in hun eigen ogen niet meer zijn dan culturele constructies’. (p 266)
Zo geloof ik ook dat in de kern een leven zonder God eenzaam, doelloos, hoop-loos en waarden-loos is.

Volgens mij was het Voltaire die zei: Als God niet bestond zou men hem moeten uitvinden.






maandag 20 september 2021

Onderzoek alle dingen


Geschreven door Gijsbert van den Brink ergens in het afgelopen jaar.

Ondertitel: Bijbelstudies over geloof en wetenschap. Mooie titel; erachteraan komt namelijk: en behoud het goede.  Mijn vader hield ons vaak deze tekst voor. Hij was zelf ook niet bang om te onderzoeken. Hij was ook niet bang om dingen af te wijzen waar hij het niet mee eens kon zijn en wanneer hij het niet wist zei hij gewoon dat hij bleef bij hetgeen hij vroeger geleerd had. Maar gaf mij wèl de vrijheid om er anders over te denken.



Het boek bestaat uit tien Bijbelstudies over de materie van geloof en wetenschap. Geschikt voor gespreksgroepen door de vragen die achter elk hoofdstuk staan.
Helaas ontbreekt een literatuurlijst.

Deze materie had ik al een beetje achter me gelaten maar met het lezen wordt mijn interesse weer gewekt. Wat is het toch boeiend om te zoeken naar bedoelingen in die oude verhalen en dan het gevoel te krijgen van….yes…zo klopt het.

Er is veel overlap met zijn boek: 'en de aarde bracht voort' . Met veel van wat van den Brink schrijft ben ik het eens en had ik voor mezelf ook al ‘gevonden’.
Zoals het belang van de tekst in Gen 2 :7: dat God in een mensenpaar Zijn levensadem blies. Zo konden zij leven in een relatie met God.
De overtreding waardoor de relatie werd verbroken – een geestelijk sterven.
Dat in het begin alles goed tot zeer goed was en (nog) niet volmaakt. We zijn onderweg naar die volmaaktheid. Veel mensen nemen aan dat we weer terug gaan naar een paradijselijke situatie maar dat is niet het geval. Dan zou de hele geschiedenis zinloos zijn lijkt mij.
Dat pas mèt het gebod ook de verantwoordelijkheid kwam en de mogelijkheid tot overtreding. In Rom 5:13 staat dat God de zonde niet toerekent wanneer er geen wet is.

Een eyeopener was het gegeven dat Adam en Eva uit het stof van de aarde geschapen waren. En stof van de aarde is per definitie vergankelijk en gedoemd te vergaan. Adam en Eva konden wellicht alleen in (eeuwig) leven blijven door van de boom des Levens te blijven eten. Daarom moesten ze het paradijs uit na hun overtreding. Als zondige mensen eeuwig leven kan niet.
Wat een diepe symbolische boodschap eigenlijk. De relatie die verbroken werd is door Christus hersteld. Nu kunnen we weer tot Hem komen en wie Zijn woorden in acht neemt zal de dood niet meer zien. (Joh 8: 51) Oftewel: blijft geestelijk leven. Dat is weer niet het juiste woord, ik denk dat ons bewustzijn dan levend blijft ook al sterft ons stoffelijke lichaam.
Het klopt dan allemaal zo met andere teksten. ( bijvoorbeeld Joh 5:24; 1 Kor 15: 50)
Een groot gedeelte van 1 Kor 15 wordt in het boek aangehaald en preciezer gelezen.

Mensen stierven al voordat het eerste gebod er was, gewoon omdat ze stoffelijk waren. Er was niets wat hen een hoger bewustzijn gaf. Dat kwam met de aanvang van de heilsgeschiedenis met het eerste mensenpaar zoals in de Bijbel beschreven.
De fout is dat we voor onszelf kozen en kiezen en niet voor God. Wanneer dat zo blijft zullen we ook geestelijk sterven, nee dan zijn we al dood. We komen pas tot leven wanneer we die paradigmawisseling meemaken en alles anders gaan zien.
Vernieuwd in de geest van het denken. (Ef 4: 23)

En weer zie ik dat de Bijbelse verhalen zo’n diepe betekenis en inhoud hebben. Veel meer dan wanneer je alleen in de letterlijkheid van de verhalen gelooft. Het verrijkt zo enorm.

Maar dat moet ieder zelf ontdekken.

zaterdag 27 november 2021

Weten en Geloven

Omdat onze concerten nu al voor de tweede keer zijn gecanceld en om die narigheid naar de achtergrond te duwen moet ik mijn geest maar dwingen om denkvitaminen tot me te nemen al wordt dat in deze tijd voor mij wel steeds moeilijker. Het lijkt allemaal zo zinloos.

‘Ons weten stamt uit het Griekse denken, terwijl ons geloven voortkomt uit een Joods-Christelijke bron.
Dat laatste is meer gericht op de relatie met God terwijl het eerste meer gericht is op ordening en orde.’

Een zinsnede die ik vond in een artikel (uit 2016) van Palmyre Oomen (1947) en die mij toch weer prikkelde.

Ze legt in grote lijnen uit hoe het komt dat de wetenschap (weten) en de theologie (geloven)  bij Thomas van Aquino nog met elkaar door één deur konden maar later uit elkaar zijn gegroeid en hoe we tot een synthese kunnen komen.
Het nominalisme en deïsme waren twee stromingen die hieraan ten grondslag lagen.
1. Het nominalisme van Willem van Ockham die er van overtuigd was dat God eigenlijk te groot was om rekening mee te houden. Dat God ook te kennen is uit het boek van de natuur komt dan te vervallen. Alleen de Bijbel blijft over.  

2. Het deïsme komt voort uit de traagheidswet van Newton: ‘Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort.

God heeft deze wereld in gang gezet en dan rolt het wel verder zonder Zijn ingrijpen. God kun je kennen uit de natuur, maar niet meer uit dat Boek. Het is niet zo dat God verdwijnt maar meer gaat samenvallen met de natuur en dan toch naar de achtergrond verdwijnt.

Fascinerend dat de leerstelligheden deze twee Godgeleerden hebben geleid naar het methodologische atheïsme en de wig tussen geloven en weten.
Terwijl, bezien vanuit de eerste quote van Palmyre Oomen de jood en de heiden zich beiden in het hart van iedere gelovige bevinden.
De heiden in de harten van deze twee theologen hebben iets in gang gezet wat ze waarschijnlijk zelf niet wilden en ook niet konden voorzien maar waar we nu nog mee te maken hebben.

In een volgend artikel zet Palmyre Oomen uiteen, geïnspireerd door de procestheologie van A. N. Whitehead, hoe er een synthese bereikt zou kunnen worden tussen theologie en wetenschap.

Het sympathieke van Oomen vind ik haar standpunt dat je als gelovige dit alles aan je voorbij kunt laten gaan omdat het de kern van je geloof niet aantast. Maar wanneer je verdieping zoekt kan dit helpen.  Fides quaerens intellectum (het geloof dat inzicht zoekt)
En wát ik tot nu toe gelezen heb over Whitehead bevalt me wel.

Het statische in de theologie wordt door Whitehead vervangen door het dynamische volgens Gijsbert van den Brink in ‘een publieke zaak’ (p332)
Het ‘worden’ i.p.v. ‘zijn’.  Eerder schreef ik  al dat wanneer je Genesis vertaalt met ‘wording’ i.p.v. ‘oorsprong’ het voor mij allemaal logischer wordt. 

Terug naar Oomen.
Vanuit de schepping kun je zeggen dat de natuurwetenschappen het fout zien, of dat alles poëtische is bedoeld of je neemt een derde afslag zoals Oomen (en Whitehead) doet.
God staat dan niet aan de ‘maak’ kant maar aan de ‘trek’ kant. Aan de kant van het appelleren en inspireren zoals een dirigent niets begint zonder orkest en een orkest niets zonder dirigent. Ze hebben elkaar nodig om tot het beoogde resultaat te komen. Ze zijn relationeel betrokken op elkaar.
‘God is ten aanzien van ieder particulier gebeuren actief, altijd en overal en steeds ánders in relatie tot andere omstandigheden.’
Dat gedachtengoed bevalt me wel al denk ik dat God óók aan de ‘maak’ kant staat.
Hij is dynamischer dan werd aangenomen en anticipeert veel meer op wat er in de wereld gebeurt. Laat mensen op de juiste ideeën komen om problemen te lijf te gaan.
Ik moet daar wat meer over gaan nadenken.

Een probleempje vond ik nog in het boek van van den Brink waar hij in een voetnoot de zinsnede van Whitehead aanhaalt:
‘God is the great companion- the fellow-sufferer who understands.' 
De God die ik tegenkwam in het boek van Harold Kushner en waar ik niets van moest hebben.
Palmyre ontkent dat. En ze is gepromoveerd op Whitehead.
In een ander artikel schrijft ze dat binnen het denken van Whitehead God een ‘condicio sine qua non’ voor verlossing uit lijden is. (voorwaarde zonder welke het gevolg niet ingetreden zou zijn)
Ik moet toch haar boek eens lezen: ‘Doet God ertoe’.

Dat er aan deze filosofie/theologie allerlei haken en ogen zitten zoals van den Brink ook  schrijft zal waar zijn maar geen enkel denkproces is ooit af. Hij moet dat als geen ander weten. Ook denkprocessen zijn ‘wordend’.
Je kunt je pad vinden door op weg te gaan net zoals de priesters uit Jozua 3.
Pas toen zij hun voeten in het water zetten ontstond er een pad. Een wijze les die ik mezelf altijd voorhou wanneer het moeilijk wordt. Dat geldt ook voor denkpaadjes.

woensdag 4 april 2012

De menselijke geest: illusie of werkelijkheid? (2)

De tweede avond was een stapje terug in de tijd. René Descartes leefde van 1596 – 1650.
Een methodisch twijfelaar. Hij zocht naar een basis waaraan hij niet meer kón twijfelen om vandaaruit opnieuw te kunnen gaan denken. Zo kwam hij op het bekende ‘cogito ergo sum’. Voor mezelf heb ik dat ook doorgemaakt, het zoeken naar een fundament voor mijn geloof. Voor mij is dat de Schepper geworden. Als ik om mij heen kijk naar een bloem of ik hoor het gefluit van de vogels in deze tijd van het jaar, of ik luister naar bijvoorbeeld Beethoven, die natuurlijk een totaal zinloze componist is bekeken in het licht van de evolutie of ik kijk in de spiegel en ik bedenk welke ingewikkelde dingen ik kan bedenken (en anderen nog veel meer) dan staat het voor mij onomstotelijk vast dat er een grote Geest moet zijn die achter dit alles zit. Die alles, heel langzaam met kronkelwegen, hoogte- en dieptepunten, stuurt naar een hoger plan.
Terug naar Descartes. Hij onderscheidde twee ‘werelden’: res cogitans en res extensa. Dat laatste is de materiele werkelijkheid en het eerste het Zelf, waarin ziel, geest, rede en verstand samenvallen. Dualisme.
Een paar punten van Descartes die belicht werden: Verdriet, woede, angst en alle andere passies moeten verklaard worden als effecten van de inwerking door het lichaam op de ziel. Niet de ziel maar het lichaam veroorzaakt de passies. Daar kreeg ik spontaan associaties met Swaab die ruim 350 jaar later ongeveer hetzelfde zegt. Zie (1) Maar dan op empirische basis. Neem ik aan.
Doordat we de mogelijkheid hebben om emoties te evalueren kunnen we ons rationeel verhouden tot emoties en ze integreren. Het meeberekenen van Swaab.
Wat verder belicht werd uit het oeuvre was de ‘generositeit’. Ware generositeit is het besef dat alleen de vrije wil ons toebehoort en het besluit daar goed gebruik van te maken.
Daar kwam de vrije wil weer om de hoek kijken. Zou Descartes weet hebben gehad van de NGB van Guide de Brès uit 1561? In dit geval van de ‘Confession de Foy’ uit 1580 in Frankrijk.
We kregen een stuk tekst uit ‘Les passions de l'âme’, de passies van de ziel. Het geschrift is één jaar voor zijn dood gepubliceerd en het is gebleken dat het een zeer belangrijk werk is.
Misschien een ideetje voor moederdag ofzo…
Toen we dat stuk hadden gelezen mochten we commentaar leveren. Iets wat mij en mijn vriendin was opgevallen was dat Descartes kennelijk goed op de hoogte was van het Nieuwe Testament en dan met name van de vruchten van de Geest. Het rare was dat niemand dat naar voren bracht maar dat anderen meer associaties hadden met het Boeddhisme. Terwijl het toch bekend is dat Descartes een gelovige Rooms katholiek was. Daar valt ook weer over na te denken……een teken aan de wand?
Voor de aardigheid een citaat uit 'de passies':
Ik geloof dan ook dat de ware generositeit, dat wil zeggen, de hoge waardering van zichzelf waarop men met recht aanspraak kan maken, slechts bestaat in de wetenschap dat, buiten die vrije beschikking over de wil, niets ons naar waarheid toebehoort, en dat men ons kan prijzen of laken; en verder in het besef dat men het vaste en onwankelbare voornemen heeft om daar een goed gebruik van te maken, dat wil zeggen, om nooit vrijwillig datgene na te laten of op te geven waarvan men meent dat dat het beste is. En dat alleen versta ik onder een leven dat volmaakt in overeenstemming is met de deugd. Wie dat weet en dat voelt, zal allicht beseffen dat anderen diezelfde kennis en datzelfde gevoel hebben: het is immers niet iets waarvoor men van anderen afhankelijk is. Daarom zal hij ook niemand minachten. Want hoe vaak hij ook anderen fouten ziet maken en hoe vaak daardoor ook hun zwakheid aan het licht komt, hij zal altijd eerder geneigd zijn om hen vrij te pleiten dan om hen te veroordelen: immers, hij gelooft dat zo’n fout voortkomt uit gebrek aan kennis, en niet aan goede wil.”

De volgende keer (16 april) krijgt Merleau Ponty de volle aandacht.

dinsdag 10 januari 2012

Geloof en Wetenschap 2

(vervolg van deel 1)
Die grimmigheid tussen religie en wetenschap is iets wat vooral atheïsten graag in stand houden zo heb ik het gevoel. Op sommige seculiere fora word je als gelovige meteen in het fundamentalistische hoekje geduwd van een ‘kaft- tot- kaft- letterlijk’ gelovige. Zodra je daartegen in opstand komt ben je een christen die zo glad is als een aal in een emmer snot. (Lekkere vergelijking) Dan weten ze niet wat ze met je aan moeten. Als rasechte fundi’s leggen ze je graag op wat je moet geloven zodat ze je vervolgens kunnen afschieten.
Het is natuurlijk ook een manier om jezelf te blijven bevestigen waarom je ook alweer het geloof hebt afgezworen. Het is soms hilarisch om te zien hoe mensen ten diepste allemaal dezelfde patronen etaleren.
Wie lacht niet die de mensch beziet?
Menig anti-theïst heeft er kennelijk belang bij dat religie verdwijnt. Ze ‘profeteren’ dit ook in alle toonaarden. Religie is tenslotte de boosdoener en de oorzaak van alle ellende op de wereld. Dat er ook een mogelijkheid is dat het zonder religie nog beroerder geweest zou kunnen zijn komt niet in de hoofden op en dat religie en/of een ideologie nooit oorzaken kunnen zijn is volgens mij ook weer zo’n denkfout. Mensen zijn morele wezens en zij zijn de verantwoordelijken van alles wat goed of fout gaat. Zonder God is alles geoorloofd zei Dostojewski al eens bij monde van Iwan in ‘de gebroeders Karamasov’. Hij had kennelijk ook al geen hoge pet op van de moraal van de mens wanneer deze niet in toom wordt gehouden door de regels van een Opperwezen.
Wat ik helaas ook steeds maar zie gebeuren is dat wetenschappers het niet kunnen laten om levensbeschouwelijke uitspraken te doen en levensbeschouwers het niet kunnen laten om wetenschappelijke uitspraken te doen.
Nu vind ik de grens ook moeilijk te trekken en het vraagt training om zo alert analytisch te kunnen lezen.
De ‘talen’ lopen door elkaar als de kleuren van een waterige aquarel. Zeker in de populair wetenschappelijke boeken zoals bijvoorbeeld: ‘Wij zijn ons brein’ van Dick Swaab en ‘de taal van God’ van Francis S. Collins.
De HDHDers * weten nog iets agressiever raad met die ‘vermenging van kleuren’ en de wereld wordt er op deze manier niet overzichtelijker op.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het bij deze laatste mensen moet hebben van recensies, commentaren en hier en daar wat citaten want ik heb geen geld over voor de aanschaf van hun boeken. Misschien nog eens op een tweedehands markt …
Behalve dat ik door de overstap naar het evolutionaire ‘kamp’ meer antwoorden op vragen kreeg was een bijkomende reden natuurlijk het ‘o-ver-wel-dig-en-de’ bewijs….*grinnik*…..nee, het was de vaak belabberde manier van argumenteren door (jonge aarde) creationisten (yec’s). Het is zo jammer dat zij zo vaak op een negatieve manier argumenteren. Wel zeggen wat er allemaal aan schort bij wetenschappelijk onderzoek m.b.t. dit onderwerp en waarvan ze op andere terreinen dankbaar gebruik maken maar zelf geen bevredigend, bewezen en werkend alternatief model kunnen aanbieden.
Voorlopig zijn de discussies rond dit onderwerp nog niet afgelopen. Af en toe laait het her en der weer op zoals kortgeleden in het RD (17-12-11) door ds. G.A. van den Brink versus Rene Fransen (28-12-11)
Het blijft voor mij een fascinerend onderwerp en ik blijf het allemaal volgen.
Tot slot nog een interessante link:
http://www.templeton.org/belief/

* Harris, Dawkins, Hitchens en Dennett. Hitchens is half december 2011 overleden. Hij schreef: ‘God is not Great’. Zou hij nu weten…..?

dinsdag 26 april 2016

Bestaat er een God?


Via geloofstoerusting.nl is een debat te bezien en te beluisteren tussen Emanuel Rutten, wiskundige en filosoof en Herman Philipse, filosoof over ‘Bestaat er een God?’, gehouden op 14 april in Utrecht.

Ik hou wel van die debatten. Wat hieronder volgt is een samenvatting.

Herman Philipse beet het spits af. Hij spreekt altijd over gloven en onglovig.
Dat klinkt zo sjiek.
Hij wierp de vraag op of God niet eerst moet worden gedefinieerd. Over welke god hebben we het eigenlijk? Want in de Hindoe tradities kennen ze wel 330 miljoen goden!
Hoe oud is dit universum? Volgens bisschop James Ussher ontstond het universum 4004 BC terwijl in de hindoetraditie dat 156 triljoen jaar geleden is geweest.
Wat achtergrond kennis: Hoe oud is de mensheid? Wanneer ontstonden godsdiensten die allemaal polytheïstisch waren.
Neanderthalers hadden al een godsdienst: 300.000 jaar gelden dus al.
Pas onder Amenhotep IV (Akhnaton) in Egypte (1344 BC )was er voor het eerst een monotheïstische godsdienst. (Ik denk dat de joden in 1400 BC uit Egypte zijn vertrokken)
Dat roept de vraag op waarom een oneindig goede, machtige en alwetende god die zegt de mensheid lief te hebben, zich zolang verborgen weet te houden?
‘Argument from Divine Hiddeness’.
Hoe is de overgang van polytheïsme naar monotheïsme te verklaren? En hoe plausibel is een monotheïstische uitzonderingspositie?
Hoe is het polytheïsme te verklaren? Niet doordat die goden zich openbaarden.
De beste verklaringen voor religieuze overtuigingen zijn: óf het zijn naturalistische menselijke illusies óf het zijn naturalistische menselijke illusies....... behalve de Christelijke. En hoe plausibel is dat?
Hume: stel je bent polytheïstisch en je strijdt tegen een groep die ook polytheïstisch is. Je glooft dat de slimste god de strijd zal bepalen. Verdere overdrijving van de kennis van de goden is dan handig......oneindig machtig/oneindig goed/ oneindig groot is dus de beste god.
Het draait om groepscompetitie.
We hebben geen goden nodig om het bestaan van goden te verklaren.
Zijn er overtuigende bewijzen voor Gods bestaan? Nee.

Emanuel Rutten ging hierop in met te weerleggen dat er geen bewijzen zijn voor het bestaan van God. Bewijzen doe je in de wiskunde. In de filosofie wordt gewerkt met argumenten.
Het theïsme is de meest redelijke positie, dat kun je beargumenteren maar verder niet.
In onze tijd zijn de klassieke argumenten sterk verbeterd en zijn de oude filosofen weerlegd en zijn er nieuwe argumenten bijgekomen. Deze nieuwe argumenten maken gebruik van de ontdekkingen in de wetenschap.
Een definitie van God: een zelfbewust wezen dat geldt als eerste oorzaak van de werkelijkheid. Dat wezen is zelf onveroorzaakt. Geen twee want dan zou er toch één de eerste moeten zijn – dat wordt een causale cirkel – een logische tegenspraak. Dit verwierp Philipse later.
Als er een eerste oorzaak bestaat is deze ook uniek.
Deze oorzaak zou materialistisch kunnen zijn, dan hebben de materialisten gelijk. Het zou informatie kunnen zijn dan hebben de Platonisten gelijk of het is een bewustzijn, een zelfbewust wezen.
Wie dat zou zijn is een vervolgvraag en nu even niet aan de orde.
De eerste oorzaak is een zelfbewust wezen.
drie argumenten:

1. Kosmologisch argument
1e premisse: alles wat bestaat heeft een ontstaansoorzaak. Want uit niets kan niets ontstaan
2e premisse: het universum is begonnen te ontstaan, daar is consensus over in de wetenschap. (Dit verwierp Philipse later tot groot ongenoegen van Rutten.)
conclusie: Er moet een ontstaansoorzaak zijn van de kosmos.
De ontstaansoorzaak van de kosmos moet dan ook de ontstaansoorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie.
Niets veroorzaakt zichzelf dus moet de ontstaansoorzaak zich buiten alle ruimte, tijd en materie bevinden. Er zijn twee opties voor een dergelijke entiteit: ofwel abstracte objecten, bijvoorbeeld getallen maar zij veroorzaken niets. Ofwel een transcendent bewustzijn als grond/arche voor de kosmos. Die kun je met recht ‘God’ noemen.

2. Het Finetuning argument (of Antropisch Principe)
In de natuurkunde ontwikkelen we mathematische modellen van de kosmos. Daarin komen allerlei constanten voor. Bijvoorbeeld gravitatieconstanten, zwakke en sterke kernkracht constanten.
Die moet je meten. De uitkomsten kun je doorrekenen en dan kun je een beschrijving maken van ons universum.
Men is eens aan die getallen gaan sleutelen om te kijken welk universum dat zou opleveren. Wat bleek: er zou geen universum ontstaan waarop leven mogelijk zou zijn wanneer er ook maar íets zou veranderen aan die natuurconstanten.
Hoe kunnen we dat verklaren?
Het kan toeval zijn, maar dat is niet redelijk. Het kan noodzakelijk waar zijn, dat is niet redelijk. Er zou een multiversum kunnen zijn en in één daarvan zouden de getalletjes precies kunnen kloppen maar dat is ook niet geloofwaardig. (en daar schijnen andere problemen aan vast te zitten.)
Redelijke optie: we hebben die waarden omdat die gewíld zijn opdat er leven zou zijn. Dat verwijst naar een intentionele Wills Act. Een Wills Act van een bewustzijn die deze getalletjes gewild heeft en dat verwijst naar een transcendent bewustzijn dat geldt als grond en oorzaak van de kosmos.

3. Het Modaal Epistemisch argument (dit heeft hij zelf ontwikkeld)
1e premisse: als iets mogelijk waar is, is het kenbaar
2e premisse: het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat.
God bestaat.
Je kunt niet weten dat God niet bestaat; dan bestaat Hij want: zou hij niet bestaan dan zou dat mogelijk zijn en dus kenbaar maar dat was niet kenbaar. God bestaat.
Omdraaien gaat niet: Je kunt wel weten dat God bestaat. Het is namelijk mogelijk dat als God bestaat, God zelf het weet. Dat is niet onmogelijk dus mogelijk, dus kenbaar.

Pfffffffft..........

Het derde deel, het echte debat vond ik warrig. Het geluid werkte ook niet optimaal al werd het op 30 min, toen het ging over de Finetuning, nog wel even interessant. Naar mijn mening was Philipse niet op zijn best. Hij moet het afleggen tegen de jongere en snellere geest van Emanuel Rutten.
Ik heb mijzelf serieus af zitten vragen of ik bevooroordeeld ben om dat Emanuel christen is en Herman niet en hij ook nog eens badinerend doet over God. Maar ik geloof het niet.



donderdag 16 februari 2012

God Exi (S)t?

In onze plaatselijke krant werd een debat aangekondigd tussen Koert van der Velde, oud-journalist van ‘Trouw’ en godsdienstwetenschapper ….en agnost, althans in dat hokje heb ik hem gestopt naar aanleiding van zijn uitspraken al noemt hij zichzelf a-gelovig en Arjan Markus, missionair predikant in Utrecht, Jacobikerk. Ik heb de kleine moeite genomen om er heen te gaan. Beide heren hebben een boek geschreven en debat zou gaan over hun verschil in visie.
Koert heeft het boek geschreven: ‘Flirten met God’ met als ondertitel ‘religiositeit zonder God’.
De titel van Arjan’ s boek luidde: ‘Adieu God’ met als ondertitel ‘over het afscheid van de persoonlijke God’.
Als eerste mochten de heren iets zeggen over hun overtuigingen en boeken en vervolgens over het boek van de opponent. Het boek van Arjan stelt de vraag of een afscheid van een persoonlijke God onvermijdelijk is voor weldenkende mensen. Hij geeft de nodige argumenten waarom dat niet noodzakelijk is.
Het boek van Koert slaat een andere richting in: wanneer je niet meer gelooft in God maar wel behoefte hebt aan religieuze ervaringen, wat doe je dan? Hij wil komen tot een nieuw begrip van religie. Want religiositeit is aspirine voor de ziel. Kracht om het leven aan te kunnen.
Daarbij moest ik denken aan die keer dat we in een kibboets waren in Israël en de reisleider ons vertelde dat deze kibboetsim begonnen zijn op atheïstische basis maar dat de behoefte aan religiositeit met de bijbehorende tradities zo groot werd dat er na een aantal jaren een synagoge is gebouwd om aan die behoefte tegemoet te komen.

Daarna kwamen de nodige stellingen voorbij. De eerste twee waren:
-- Een leven met traditioneel geloof is zinvoller dan een leven zonder dat geloof.--
-- Het is mogelijk om zonder geloof religieuze ervaringen te hebben.--
Bij de eerste stelling was de verhouding ongeveer 2:1 die het ermee eens waren; de tweede stelling liet een verhouding zien van 4:1 eens/ oneens. Deze stellingen zouden aan het eind van de avond nog eens langskomen om te zien of de meningen waren bijgesteld.
Met beide stellingen was ik het eens, alleen met de eerste wat intuïtief. Waarbij ik dan weer twijfelde of het echt mijn intuïtie was of dat het een uitvloeisel was van mijn gedegen gereformeerde opvoeding.
In de loop van de avond kon ik dat echter voor mezelf beter gaan formuleren.
Helaas wilde het debat nergens echt gaan knetteren. Het bleef naar mijn gevoel te netjes, te informatief, te vrijblijvend. Terwijl het onderwerp van vooral Koert toch wel interessant was voor mij. Met Arjan was ik het toch wel eens. De discussies met atheïsten heb ik genoeg gevoerd om tot het besef te komen dat, even voor de duidelijkheid generaliserend, ze niet willen erkennen dat er meer is dan de zichtbare/kenbare werkelijkheid of het echt niet kunnen. Bij de laatste groep moet ik dan weer denken aan het boek van Swaab: ‘Wij zijn ons brein’. Die titel klopt natuurlijk niet en ik denk dat Swaab dat ook wel weet, maar een controversiële titel verkoopt nu eenmaal beter.
Koert pleitte voor flirten met God; er zijn zoveel mensen die aan toevalligheden belang hechten. (Voor mij zijn dat de ietsisten) Hij gaf als voorbeeld het verschil tussen een mooi en een geniaal kunstwerk waarbij een kunstenaar bij een geniaal werk meer het gevoel heeft dat hij slechts een doorgeefluik is; hij meer het gevoel heeft dat er andere krachten werkzaam zijn.
Twintig procent van de ongelovigen hebben wel eens iets hogers ervaren. De vraag is dus: hoe gaan we daarmee om. Kun je dat religieuze ervaringen noemen. Daar wordt onder verstaan ervaringen die achter de grenzen van je begrip liggen. In principe zijn dat dezelfde ervaringen die gelovigen soms hebben en die wij aan God toeschrijven. Deze vraag werd naar mijn gevoel onvoldoende beantwoord. Is het een kwestie van preciezere definities? Een kwestie van te verschillende brillen? Of is toch de gave van het geloof en de overgave hieraan cruciaal? De discussies met het publiek werden soms toch weer een 'wij' tegen 'zij'. Er kwamen ook mooie getuigenissen voorbij maar, hard als ik denk, daar zijn debatten niet voor. Als het de bedoeling was om het een debat wetenschap versus geloven te laten zijn dan had de leiding een ander tegenover Arjan moeten zetten. Nu had het meer een debat van verschillende manieren van omgaan met religie moeten zijn. Dat hadden de beide heren hier en daar wel door maar het publiek wat minder naar mijn gevoel. Jammer dat dat besef in dit soort dingen pas later komt wanneer alles is bezonken. Mijn bezinkingssneldheid is wat aan de lage kant. Een debat leiden…daar zal ik dan maar nooit aan beginnen.

Nu mijn overdachte antwoord op de eerste stelling:
Als het zo is dat het leven van Jezus op aarde zinvoller was dan een willekeurig ander leven dan is het leven van een christen, die de opdracht heeft gekregen om gelijkvormig te worden aan Jezus (= traditioneel gelovige) dus zinvoller dan een leven zonder dat geloof.